Eddy Zoëy / “Casino
(muziek & tekst: Eddy Zoëy)
Eddy, leent een “Casino”-gitaar.
De favoriete schrijversgitaar van John Lennon: een Epiphone Casino (submerk van het grote Gibson). Dit is een gitaar die je tegenwoordig voor 350€ kunt bezitten. Het bijzondere aan deze gitaar is dat ‘ie alles-behalve allround is, zelfs behoorlijk beperkt is, maar instant inspireert vanwege z’n ietwat rammelende charme. Echt ‘mooi’ schoon, klinkt ‘ie ook niet. Die van Eddy, klinkt zelfs vies & gruizig.
Het állereerste wat Eddy doet, om deze gitaar te testen, is er iets mee opnemen in z’n homestudio: niet nadenken, even op ‘record’ drukken, en opnemen, wat in je opkomt. En dat is exact het intro van dit liedje. Ook exact zoals je ‘m hóórt in dít liedje. Take één. Een paar akkoorden, en een themaatje. Klaar.
“Klinkt gaaf”, is Eddy’s oordeel, en, om de test-opname op te slaan, geeft hij het de titel “Casino” (want, zo heet die gitaar nou eenmaal).
Telkens wanneer Eddy die file opent, om nog eens te luisteren naar de gitaar, denkt ‘ie: “potjandorie, klinkt gááf”, en dus, gaat ‘ie de opname verder uitbouwen. De titel “Casino” (vernoemd naar de gitaar) inspireert Eddy, tot ’t schrijven van ’n tekst, waarin ’n man het vastleggen van ’n relatie bij de burgerlijke stand vergelijkt met gokken in een casino. “Waarom zou je een relatie moeten benoemen of bezegelen? Het is als álles wat je hebt op rood of zwart zetten”.